In de editie van maart 2012 van het advocatenblad is een mening van mr. Sander Arts, Advocaat bij Singel Advocaten geplaatst. De tekst van het artikel is hieronder vermeld.
Het advocatenblad kunt u hier downloaden.
Steeds meer moeite met debiteurenrisico bij inning griffierechten
‘Waarom moeten advocaten als incassobureau voor de
overheid fungeren?’
Advocaten worden steeds vaker geconfronteerd met cliënten op wie de vooruitbetaalde griffierechten niet meer te verhalen zijn. ‘Ik was ooit in één jaar 40.000 euro kwijt aan voorgeschoten griffierechten.’
Door Michel Knapen
De verontwaardiging is niet gespeeld. Op de netwerksite LinkedIn debat teren advocaten al een tijdje over de vraag waarom de gerechten de griffie rechten niet rechtstreeks bij de justitia belen in rekening brengen. Zoals Roger Kaas (Kalbfleisch advocaten, Amsterdam) het treffend verwoordt: ‘Waarom moe ten advocaten als incassobureau voor de overheid fungeren? Laat de overheid dat zelf doen.’ Kaas staat niet alleen – de meerderheid van de deelnemers aan deze internetdiscussie denkt er zo over.
Het gegeven dat advocaten de griffie rechten moeten voorschieten en het later maar zien te verhalen op de cliënt, zit de advocatuur meer en meer dwars. Zeker nu ook kantoren in dit economische kli maat beter op de centen moeten passen en nu meer burgers financiële proble men hebben, voelt dat betalingssysteem als extra belastend. En daar komt de aangekondigde verhoging van de grif fierechten nog bovenop, waardoor het debiteurenrisico voor de advocatuur nog zwaarder wordt. ‘Het wordt steeds moei lijker om je geld te innen’, heeft Math Tonnaer (Arttax Advocaten Belasting kundigen, Geleen) ervaren. ‘Ik hoor dat ook van collega’s. En het wordt óók moei lijker bij grote partijen.’
Tonnaer krijgt bijval van Hans Groe newegen, directievoorzitter van Groe newegen en Partners Gerechtsdeurwaar ders. ‘We hebben veel opdrachtgevers in
Math Tonnaer:
‘Het wordt steeds moeilijker om je geld te innen, ook bij grote partijen’
de advocatuur en merken dat advocaten kantoren de laatste jaren meer incasso opdrachten uitzetten. Aanzienlijk meer. Dat betreft het honorarium maar óók de nietbetaalde griffierechten.’ Volgens Tonnaer speelt dit probleem al langer, maar hebben advocaten altijd gedacht: zo is het nu eenmaal en we gaan er in mee. ‘Maar het probleem is sinds 2010 verscherpt met art. 28 Wet griffierechten burgerlijke zaken – en het zal erger wor den als de griffierechten verder worden verhoogd.’
Artikel 28 bepaalt dat de advocaat medeaansprakelijk is voor de inning van de griffierechten. Tonnaer: ‘Met dit arti kel wilde de wetgever, op voorspraak van de rechterlijke macht, het debiteurenri sico afwentelen. Advocaten zijn rijk, zo werd geredeneerd, die kunnen dat best voorschieten. Hún probleem werd zo over de schutting gegooid en wij mogen het oplossen.’
Tonnaer vermoedt zelfs dat deze bepa ling is strijd is met art. 6 EVRM, dat bur gers de toegang tot een onafhankelijke rechter garandeert. ‘Onder die onafhan
kelijkheid valt wat mij betreft ook de advocatuur. Maar onze vrijheid en onaf hankelijkheid is in het geding als wij een conflict hebben met een cliënt over de betaling van de griffierechten. Het wordt tijd dat de Europese rechter hierover een uitspraak doet. Bovendien: artikel 28 gaat over medeaansprakelijkheid maar daarmee zijn advocaten nog niet hoofde- lijk aansprakelijk. Er is dus geen goede wettelijke basis om advocaten te dwin gen de griffierechten voor te schieten.’
Debiteurenrisico
Een veelgehoorde tip onder advocaten is: zeg dan je rekeningcourant bij de recht bank op, dan worden de griffierechten tenminste niet stante pede afgeschreven. De rechtbank stuurt dan een nota die binnen 28 dagen moet zijn voldaan. Die tijd kan worden gebruikt om de cliënt aan te sporen de griffierechten te betalen, zodat de advocaat dat bedrag niet hoeft voor te schieten.
Tonnaer heeft een rekeningcourant bij de Rechtbank Maastricht – en dat bevalt niet. ‘Het is prettig voor cliën ten natuurlijk, maar niet voor mij. Soms schiet je, nadat je een zaak hebt aange bracht, een paar duizend euro voor, en dat moet je maar zien te verhalen op je cliënt. Het wordt dan míjn debiteurenri sico terwijl ik met dat financieel belang niets te maken heb.’
Opzeggen van zijn rekeningcourant is voor hem geen optie, want het heeft ook voordelen: je weet dat de griffierech
Griffierechtenstelsel
advocatenblad 15 maart 2012 | 17Griffierechtenstelsel
Gerechtsdeurwaarder Hans Groenewegen: ‘Een advocaat zou al bij het eerste gesprek aan de cliënt moeten vragen: kunt u het wel betalen? Hoe dan? En dat zou ook moeten worden gecheckt’
ten op tijd zijn betaald. En ondanks de goedbedoelde adviezen van advocaten aan advocaten, lijken weinigen die tip te hebben opgevolgd. Het is bij aangekon digde dreigementen gebleven, zo blijkt uit een rondgang langs enkele recht banken. ‘We hebben geen enkele opzeg ging genoteerd’, zegt een woordvoer der van de Rechtbank Rotterdam. Bij de Rechtbank Roermond: idem dito. Ook de Rechtbank Arnhem zegt geen afname te bespeuren. ‘Er is wel wat gemor maar de toegang tot de rechter die met de reke ningcourant is gegarandeerd, weegt kennelijk zwaarder’, zegt een controller. In Leeuwarden hebben ze wel een ver schuiving geconstateerd. ‘Een enkeling is afgevallen omdat die het te ingewik keld vond’, zegt een medewerker van de afdeling Financiën. ‘Het ís ook wat las tiger onder de nieuwe regels. Maar aan de andere kant hebben we ook tientallen rekeningencourant erbij gekregen, met name van kantoren buiten het arron dissement, die na de afschaffing van het procuraat ook hier kunnen procederen. Die wilden niet het risico lopen dat ze te laat zijn met het betalen van de griffie rechten.’ De rekeningcourant, soms ver guisd door advocaten, blijkt nog onver minderd populair.
Het gaat advocaten als Tonnaer dan ook niet zozeer om de rekeningcou
rantverhouding, maar om het ‘systeem’. Dát wordt als oneerlijk ervaren, waar bij vooral kleine kantoren het moeilijk hebben of het moeilijk kunnen krijgen. Zoals Emily de Bonth, een eenpitter uit Schijndel, die vooral familie en vreem delingenzaken doet. Ze heeft geen reke ningcourant en krijgt dus een factuur van de rechtbank. ‘Die is op mijn naam gesteld dus ik moet betalen. Maar het lukt me meestal wel om het binnen vier
weken van mijn cliënt te ontvangen.’ Desondanks vindt ze het een merkwaar dig systeem: ‘Laat ik een termijn verstrij ken door griffierechten niet te betalen, dan is dat klachtwaardig. Ik kan me er niet op beroepen door te verweren: maar mijn cliënt heeft me niet betaald.’
Gedragsverandering
Maar het kan ook anders. ‘Ik zeg al jaren tegen cliënten dat ik geen bank ben en
18 | 15 maart 2012 advocatenblad
Orde: ‘Stroppenpot’
Volgens advocaat Emily de Bonth had de Orde in het wetgevings proces de betaalverplichting voor advocaten afgezwakt moeten krijgen, of een centraal incassosy steem moeten opzetten.’ En advo caat Math Tonnaer: ‘De Orde is een bestuursorgaan, die gaat zich niet verzetten tegen andere overheden. Maar de Orde kan de gedragsregels aanpassen: als je de griffierechten
niet voorschiet, kan je tuchtrechte lijk niets worden verweten. Of de Orde moet zich hard maken voor een Centraal Bureau Inning Grif fierechten, in navolging van het Centraal Justitieel Incasso Bureau.’ Wij kennen de discussie over het debiteurenrisico, zegt Adrienne Hoevers, senior beleidsadviseur bij de landelijke Orde. En het pro bleem is niet nieuw, want ook de
Wet tarieven burgerlijke zaken be vatte al de medeaansprakelijkheid van advocaten voor het griffierecht (art. 16 Wtbz). ‘Het probleem is wel nijpend geworden doordat per 1 januari 2011 ook voor civiele zaken inning aan de poort is ingevoerd, met als sanctie nietontvankelijk heid of verstek. Bovendien zijn de tarieven voor het griffierecht in het afgelopen jaar al fors verhoogd, en
Foto: Ronald Brokke
zullen die nog hoger worden als het lopende wetsvoorstel wordt aangenomen. Dan kan de financi ele schade voor advocaten enorm oplopen. Voor advocaten die op toevoeging procederen komt daar het risico bij dat hun cliënt ook de eigen bijdrage niet betaalt.’
De Orde vindt, aldus Hoevers, het principieel onjuist dat advocaten het debiteurenrisico dragen voor het griffierecht. ‘Dat zou bij de rechtspraak of de overheid horen
te liggen. Daarom stelt de Orde voor dat de rechtspraak of de overheid een fonds of ‘stroppen pot’ inricht. Dit fonds staat dan garant voor het griffierecht dat een advocaat niet van zijn cliënt kan terugkrijgen, mits hij kan aantonen dat zijn cliënt ondanks herhaalde aanmaningen niet betaalt.’ Dit fonds zou vervolgens het CJIB kunnen inschakelen om het uitgekeerde griffierecht bij de cliënt terug te vorderen.
Het tuchtrecht is niet zo streng als wordt gedacht, stelt Hoevers. ‘Als een advocaat zijn cliënt er tijdig schriftelijk op wijst dat hij het griffierecht op tijd moet be talen, en daarbij tevens wijst op de gevolgen van te laat betalen, dan is een advocaat niet verplicht om het griffierecht voor te schie ten. Het risico voor bijvoorbeeld nietontvankelijkheid ligt dan bij de cliënt.’ In de praktijk blijft het echter een probleem dat het
griffierecht ook bij nietontvanke lijkheid verschuldigd is, wat mede is verergerd door de inning aan de poort. En bij een rekeningcourant wordt het griffierecht automatisch van de rekening van de advocaat afgeschreven. Hoevers: ‘Het is belangrijk dat hiervoor een oplos sing komt. Die kan bestaan uit schrappen van de medeaanspra kelijkheid en/of het instellen van de stroppenpot.’
Griffierechtenstelsel
Math Tonnaer:
‘De Orde moet de advocaat de relatie met de cliënt zelf laten bepalen: “Bevalt het niet, de volgende deur staat open”’
dat zij derhalve de kosten van derden vooraf dienen te voldoen’, zegt Robert Oosthout (Oosthout Advocatuur, Lei den). ‘Die hebben daar geen probleem mee. Het is een kwestie van eenduidig gedurende een langere tijd je standpunt communiceren en er ook naar handelen.’ En Sander Arts (Singel Advocaten, Breda) zegt: ‘Gewoon je cliënt duidelijk infor meren dat het griffierecht tijdig moet worden betaald. Zo niet, dan helaas. Het heeft mij jaren gekost, maar nu is bij mij ook het systeem: geen voorschot, niet stellen.’
Dat zijn mannen naar Groenewegens hart. De directievoorzitter van een van ’s lands grootste incasso en gerechts deurwaardersorganisaties vindt dat advocaten veel zelf kunnen doen om debiteurenrisico’s voor te blijven. ‘De noodzaak om strikte financiële condi ties te stellen en waarborgen in te bou wen is in dit economische klimaat toege nomen. Maar dat wordt in de advocatuur nog niet breed opgepikt. Een advocaat zou al bij het eerste gesprek aan de cliënt
moeten vragen: kunt u het wel betalen? Hoe dan? En dat zou ook moeten wor den gecheckt. Ja, dat vereist een gedrags verandering. Advocaten duiken nu snel het juridische traject in om cliënten te helpen maar stellen zich niet altijd even zakelijk op. Ik snap dat ook wel een beet
je: het gaat om een vertrouwensrelatie en dat gaat niet altijd samen met een com merciële instelling.’ Maar toch moet dat kunnen, denkt Groenewegen: een advo caat moet snel kunnen inschatten of een procedure voor de rechtbank moet wor den gevoerd en welke kosten daaraan
advocatenblad 15 maart 2012 | 19
Foto: Eef Bongers
Griffierechtenstelsel
zijn verbonden. ‘Dat moet je direct hel der communiceren. Vraag een voorschot op je werk: dat doet de aannemer die bij jou thuis een klus komt uitvoeren toch ook? Het doet er even niet toe of dat voor schot is bedoeld voor de betaling van de griffierechten, er kan ook een deel van het honorarium in zitten. Cliënten snap pen dat heel goed.’
Misschien zouden ze wel wíllen beta len, oppert Math Tonnaer, maar kúnnen ze dat niet. De goedbedoelde adviezen van Groenewegen blijven dan een beet je in het luchtledige hangen, vermoedt hij. Want het tuchtrecht begint al snel als een juk om de toga te knellen. ‘Heb je ook maar één vinger voor je cliënt uitge stoken, dan gaat Gedragsregel 5 werken. Heb je naar de cliënt geluisterd, dan ben je begonnen met de opdracht. Niet stel len betekent dus: een klacht. Zelfs als je een ontbindende voorwaarde in de over eenkomst tot opdracht hebt opgenomen: je moet de griffierechten betalen. Ster ker: als je je terugtrekt omdat je cliënt niet wil betalen, dan moet jij alsnog de griffierechten afrekenen. De Orde – en daarmee het tuchtrecht – staat ver af van de realiteit. De tijd waarin deze regels zijn bedacht ligt twintig jaar achter ons. Laat de advocaat vrij en ondernemer zijn en de relatie met de cliënt zelf bepalen. Bevalt het niet, de volgende deur staat open.’
Verhaalbaarheid
Dat dit laatste vaker zal voorkomen, blijkt wel uit de woorden van Groenewe
20 | 15 maart 2012 advocatenblad 87027_Doornbos.indd 1
Sander Arts:
‘Gewoon je cliënt duidelijk informeren, na jaren is bij mij nu ook het systeem: geen voorschot, niet stellen’
gen. ‘We zien over de hele linie een terug lopende betalingsmogelijkheid – dat is wat anders dan een teruglopende beta lingsmoraal. Vaak kúnnen klanten niet betalen. Dat betekent dat een inschat ting maken van de verhaalbaarheid van de onkosten alleen maar belangrijker wordt.’
Daar hoeft het echter niet bij te blij ven, denkt Groenewegen. ‘De inning van onbetaalde facturen wordt op advocaten kantoren niet altijd even handig opge pakt. Een belangrijke regel is: hoe jon ger de vordering, des te groter de kans op betalen. Op kantoren pruttelt de inning vaak een tijdje door. De boekhouding stuurt het door naar de behandelend advocaat of een partner en dan komt de vordering vaak na verloop van tijd weer terug bij de boekhouding. Ik zeg niet dat je vorderingen eerder uit handen moet geven aan deurwaarders, je kunt als kan toor ook veel zélf doen, door bijvoor
(advertentie)
2/29/2012 2:35:15 PM
beeld in je bedrijf één persoon met deze materie te belasten en hem goed te equi peren.’
Dat advies is des te belangrijker na een verloren zaak. Groenewegen: ‘We zien inderdaad dat dan nog slechter wordt betaald dan bij een gewonnen zaak. Je stapt toch naar een advocaat met het idee dat jij het recht aan je zijde hebt. De ver wachtingen zijn hooggespannen. Als je je zaak toch verliest, en je krijgt daar bovenop nog eens een nota van een paar duizend euro, dan doet dat twee keer pijn – ook in financiële zin.’
Méér dan dat, vindt Math Tonnaer. Ook de advocaat kan die pijn voelen. ‘In mijn slechtste jaar was ik 40.000 euro kwijt aan griffierechten die ik wel aan de rechtbank had betaald, maar nooit heb kunnen innen – ook niet nadat ik er procedures over had gevoerd. Ze kónden gewoon niet betalen.’
Maar hij begrijpt waar het systeem vandaan komt. ‘Advocaten zijn het door geefluik van de rechterlijke macht. Ik snap de overheid wel: nu hebben ze vijf tienduizend debiteuren, anders zou den ze er miljoenen hebben. We hebben geen keuze: we móéten betalen. Het sys teem dwingt ons ertoe om met cliënten in conflict te komen. Op één terrein zou ik het gerechtvaardigd vinden als advo caten dergelijke sommen voorschieten: als je kansloos procedeert. Bij misbruik van procesrecht is het terecht dat je het debiteurenrisico draagt. Maar we moe ten niet worden misbruikt dóór dat pro cesrecht.’